Over de Oude Buisse Heide bij Zundert
Een breed zandpad door het bos is altijd een goed begin. We zochten met z’n vieren, voorzichtig stappend, een weg over en langs de met water gevulde, diepe sporen. In de verte begon het bos. Vrienden uit Breda namen ons mee naar de Oude Buisse Heide, een natuurgebied tegen de Belgische grens bij Zundert. Tot halverwege de vorige eeuw was er het landgoed van de dichteres Henriëtte Roland Holst. Ze bracht er, zoals dat gebruikelijk was, graag de zomer door. Overigens soms met echtgenoot en diens maîtresse, waarbij ieder in een apart huis verbleef. Ik houd wel van zulke verhalen.
Het was heerlijk buiten. De laagstaande zon zette een rij berkenbomen moeiteloos in een goudgele gloed. Twee dampende, grijze Belgische trekpaarden met machtige billen schommelden voorbij met achter zich aan een huifkar vol vrolijke mensen. We zwaaiden naar elkaar. De Gedichtenroute voerde ons langs een smal slootje, dat volgens een informatiebordje ooit een oude turfvaart was, en bracht ons daarna bij een theekoepeltje waar, weer volgens een bordje, de dichteres graag met haar gezelschap vertoefde. Wij keken er uit over de stemmig bruin- en grijskleurende heide. Er was zelf een vennetje, omzoomd door riet en veel stilte.
“En nu moeten we naar Het Atelier”, zeiden onze vrienden. Ze stapten resoluut een smal paadje in. Aan het eind stonden we stil op een grasveldje. Mijn hart maakte een blij sprongetje. Wat een heerlijkheid zag ik. Een hoog rieten dak, als beschermende muts over een huisje waarvan geen enkele zijde gelijk was aan een andere. Een harmonie van baksteen en riet, met hoge ramen op het noorden voor een ruimhartige lichtinval. Pracht exemplaar Amsterdamse school. Ontworpen, zo las ik later, in 1919 door Nederlands eerste vrouwelijke architect Margaret Staal-Kropholler. We slopen om het huisje heen. “Het wordt verhuurd”, zeiden onze vrienden, en trokken me weg bij de voordeur. Knarsetandend maakte ik nog een rondje.
Door het langzaam donker wordende bos zochten we onze weg terug naar de auto, lieten ons verleiden tot een extra lusje langs landgoed Wallsteijn, en kwamen zo weer terug bij het brede zandpad. In Herberg ’t Pannehuske brandde licht, en ik dronk warme chocolademelk met een berg slagroom erop. De Oude Buisse herbergt een pareltje. Een omweg waard.