_{Dennenvoetzwam (L) en Gewone Zwavelkop (R) op landgoed Twickel © Ernst Koningsveld}

1. Grote Parasolzwam

_{Grote Parasolzwam © Ernst Koningsveld}

Op het Natuurommetje Noordlaarderbos en De Vijftig Bunder, langs de Westertseweg, trof ik veel Grote Parasolzwammen (Macrolepiota procera). Dat ze hun naam eer aandoen, kan je op de foto zien; tjonge wat zijn die groot!  Ze hebben een lange steel en grote hoed. En groter dan hier kunnen ze ook nog worden, tot wel 40 cm hoog en doorsnee. Ze komen best veel voor, groeien op vochtige grasgebieden en in dunne bossen. Je kan ze ook wel in een heksenkring zien staan.

Bekijk dit Natuurommetje

2. Pruikzwam

_{Pruikzwam © Ernst Koningsveld}

Op etappe 1 van het Romeinse Limespad, in de Leidse Hout nabij het Openluchtheater, viel me in de rand van mijn blikveld iets wits op. Even tussen de bomen door trof ik deze Pruikzwam aan (Hericium erinaceus). Hel wit, en hij doet inderdaad wel een beetje denken aan de pruiken die ze in de zeventiende eeuw droegen. Het is een parasitaire schimmel. Hij is eetbaar en werd ook wel voor medicinale doelen gebruikt. Hij groeit op oude beukenbomen, en soms, zoals ook op de foto, ook wel op andere loofbomen, vaak hoog dus de kans dat je hem dan ziet is klein.

Bekijk Romeinse Limespad etappe 1

 3. Sneeuwzwam of Sneeuwoor

_{Sneeuwzwam of sneeuwoor © Ernst Koningsveld}

Wandelend naar het station zag ik in de Leidse Hout iemand foto’s maken van een boomstronk. Nieuwsgierig vroeg ik wat hij probeerde vast te leggen, en toen zag ik deze schimmel ook. Sneeuwzwam of Sneeuwoor (Tremella fuciformis) toont zich met witte, bladachtige, op gelatine lijkende vruchtlichamen. Zoals bij veel paddenstoelen en schimmels groeien deze witte bladachtige structuren uit een nauwelijks waarneembare slijmerige laag, en dan op die plaatsen waar de schimmel wat te halen vindt. Hoe mooi ook, je kan er maar kort van genieten: twee dagen later was er slechts een donkere drab van over.

4. Gele trilzwam

_{Gele trilzwam © Ernst Koningsveld}

Op etappe 3 van het Marskramerpad, langs de Bornse Beek, zag ik opeens deze Gele Trilzwam (Tremella mesenterica). Deze zwam begint te groeien onder de bast van dood hout, en breekt er dan doorheen. In het natte hersftachtige weer was het lichaam glimmend, geleiachtig. Als het droog is, is hij veel steviger en is de kleur neutraler. Je kan hem het hele jaar door tegenkomen, maar je hebt meer kans in de herfst en het voorjaar.

Bekijk Marskramerpad etappe 3

5. Waaiertje

_{Waaiertje © Ernst Koningsveld}

Op dezelfde wandeling op het Marskramerpad, net onder Zenderen, trof ik het waaiertje (Schizophyllum commune). Hoe mooi en sierlijk ook, het is een niet erg zeldzame paddenstoel; het is zelfs de meest verspreide paddenstoel ter wereld die in vrijwel alle landen voorkomt. De schelpvormige structuren zijn viltig behaard. In droog weer verschrompelt hij; als het dan weer nat wordt kan die weer opzwellen. Je kan ze het hele jaar vinden op hout van loofbomen.

Je kunt voor deze wandelingen kiezen om deze bijzondere paddenstoelen zelf te ontdekken, of bekijk deze 5 wandeltips voor de herfst en zie welke herfstschatten jij onderweg kunt tegenkomen!

Zoek wandelroute