Wandelnet krijgt podium op het Nationaal Verkeerskundecongres
Op 1 en 2 november vond het Nationaal Verkeerskunde Congres plaats in Amsterdam. Dat Wandelnet daar een ‘podium’ krijgt, zou enkele jaren geleden erg onwaarschijnlijk zijn geweest. Dit jaar mocht directeur Ankie van Dijk op het hoofdpodium een pitch geven over het belang van wandelen en voetgangers voor een zaal van 450 verkeerskundigen. Ook waren we in de deelsessies vertegenwoordigd met een sessie over de 15-minutenstad en voetgangerstaal.
Foto: Pitch van Wandelnet-directeur Ankie van Dijk © Martin Hols
‘Dat onze boodschap voedingsbodem kent, is een teken van de verandering in het denken over mobiliteit.’, zo duidt Ankie. ‘Steeds meer verkeerskundigen zoeken naar de manier om de voetganger meer ruimte te geven. En dat de aanwezige bestuurders openlijk uitspreken dat ze hun mobiliteitsbeleid willen inrichten volgens het STOMP-principe zien we als een echte stap vooruit.’
De gedeputeerde van Zeeland (Harry van der Maas) Pieter Litjens (directeur-bestuurder van het CROW) en wethouder Melanie van der Horst (gemeente Amsterdam) pleitten voor keuzes in de ruimte en erkennen het belang van de voetganger op één, al dan niet in combinatie met Openbaar Vervoer. Margot Ribberink, de gespreksleider van het panel en enthousiast wandelaar, maakte de link van het belang van wandelen in het licht van het klimaat en de gezondheidsopgave.
Tijd voor voetgangerstaal: Een nieuwe kijk op lopen
Ruben van den Bulck, Public affairs medewerker bij Wandelnet, verzorgde samen met Hannah Kandel (Adviesbureau Rebel) de deelsessie ‘Tijd voor voetgangerstaal: Een nieuwe kijk op lopen’. Ze presenteerden over de 15-minuten stad. Een concept dat benadrukt dat verstedelijking en mobiliteit integraal moet worden aangepakt. Leidraad was het in april gepubliceerde whitepaper "15-minutenstad: hoe doe je dat?".
Na de presentatie zijn zij het gesprek met het publiek aangegaan over voetgangerstaal. Ruben vertelt: ‘Allereerst hebben we het gehad over welke voetgangerswoorden en fenomenen afgeleid zijn van een ander vervoersmiddel, de zaal kwam met woorden zoals de benenwagen, op- en afrit en de voetgangersoversteekplaats. Daarnaast zijn we het gesprek aangegaan over welke nieuwe woorden de voetganger nodig heeft, de leukste daarvan waren natuurlijke snelheid i.p.v. langzaam verkeer, looppad i.p.v. stoep en voetgangersvoorrang i.p.v. zebrapad. Een grappige analyse was dat de voetganger vaak met een dier wordt vergeleken we maken geiten- en olifantenpaadjes en horen netjes over een zebrapad over te steken.’